Jan Bicker , koopman en reeder, werd getrokken naar den Ykant. In 1635 verhuisde hij van de Keizersgracht en trok zich het lot van het "Vooreiland" aan, waar toen nog slechts weinige huizen en meest houten loodsen stonden.. Hij liet de Groote Bickersstraat bouwen en zette op den hoek van de kleine Bickersstraat een groot en deftig huis met een toren, die als de westelijkste aan den Ykant dikwijls dienst deed als richtingspunt bij opmetingen. Daar heeft hij verscheidene jaren gewoond als een echte Heer van het eiland. Hij liet langs den Ykant een geheele rij scheepstimmerwerven aanleggen, van welke Vondel zong:

De scheepswerf bout een vloot ten dienst van admiraelen,
En Bickers eilant schept eilanden, om te dwaelen
Op 't wijzen van 't kompas, en al de ruime zee
Te dwingen met geschut van d' eene aan d' andre reê

Omstreeks 1700 is het Bickershuis met den toren afgebroken, maar de naam van den wakkeren burgemeester is hier blijven leven door het eiland, de beide straten, de Bickersgracht, het Bickersplein en de Bickersbrug.

De drie eilanden te samen: het Bickers-, het Prinsen- en het Realeneiland, werden weleer, toen de graanhandel hier nog op zijn volle hoogte was, "Aemstels korenschuur" genoemd, Daarvan getuigen nog de vele pakhuizen en in 't bijzonder de namen die zij dragen

Tegenwoordig bekleedt de ijzerindustrie hier een belangrjike plaats. De bovenstaande plaat vertoont, te midden van vrij goed bewaarde oude gevels, den ingang der Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen van de heeren Hk. Jonker & Zoon, een zaak die in het volgende jaar haar eeuwfeest kan vieren. Het (houten) beeld dat aan den ingang staat is nog uit den ouden tijd. Het herinnert aan eene vroeger hier bestaande werf, "de Reus" genaamd.