Grimnessesluis

De oudste begrenzing van het 14e-eeuwscbe Amsterdam, zooals men die aangeduid vindt in het charter van 1312, is die, welke wordt aangewezen door de beide Voorburgwallen, het Spui en den Grimburgwal, "so alst mitter Grafte begreven is." Van die gracht is, na de demping van Spui en Nieuwezijds Voorburgwal, aan de westzijde niets meer overgebleven; maar aan den oostkant kan men hare richting nog volgen in den 0. Z. Voorburgwal en den Grimburgwal.

Het kijkJe op de plek, waar voorheen de Grimnessesluis te vinden was, is genomen van de breede zijde van het Rokin, ongeveer bij Arti, en op den achtergrond ontwaart men in de verte een der kleine gebouwtjes vóor het Gasthuis, alsmede den top van den Zuiderkerktoren.

Tusschen de oude geveltjes aan den linkerkant is een open plek; betreedt men die van den kant van de Nes, dan bemerkt men aan de helling, dat men hier den opgang heeft van een vroegere brug. Het was de oude Grimnesse-sluis. waarover men tot omstreeks 1868 van de Nes naar de Oude Turfmarkt kon komen, wijl te voren nog geen rechtstreeksche verbinding bestond tusschcen de smalle zijde van het Rokin en de met een bocht naar de steenen brug gekeerde Oude Turfmarkt. Ongeveer 1860 werd de tegenwoordige lage bascule·brug gelegd, en gedurende zes of zeven jaren had men daar alzoo twee bruggen bijna onmiddellijk naast elkander. Bij de verplaatsing van het Grootboek naar de Dwars-Spinbuissteeg en het stichten van een der Gasthuisgebouwen naast bet nieuwe gebouw der Nederlandsche Bank, werd de rooilijn der Oude Turfmarkt gewijzigd en gebracht in het verlengde van de smalle Rokin-zijde. De oude Grimnesse-sluis had toen hare reden van bestaan verloren en werd afgebroken. De daaraan noordwaarts grenzende huizen bleven echter onaangetast.

© Het Nieuws van de Dag 1907 - L. W. R.  Wenckebach